- De gevolgen van klimaatverandering laten zich nog niet voelen als een acute ramp en dat maakt het lastig om een gevoel van urgentie te creëren.
- Het klimaatpanel IPCC waarschuwt echter dat de komende 8 jaar cruciaal zijn om de continue stijging van de uitstoot van broeikasgassen om te buigen in een substantiële daling.
- Business Insider geeft een overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen rond de uitstoot van broeikasgas CO2, de scenario’s van klimaatpanel IPCC en verwachte gevolgen van klimaatverandering.
- Lees ook: Prijs voor uitstoot van CO2 op Europese markt voor het eerst boven de €100 per ton: bekijk de grafiek
ANALYSE – De pogingen om te voorkomen dat door de mens veroorzaakte klimaatverandering extreme gevolgen krijgt, lopen tegen twee moeilijkheden aan: het is lastig om een gevoel van urgentie te kweken en het gaat veelal om grote getallen die niet goed te bevatten zijn zonder duidende context.
Wat het eerste punt betreft: politieke verkiezingscycli en economische winstprikkels op de korte termijn maken het complex om draagvlak te creëren voor vergaande maatregelen op bijvoorbeeld het gebied van CO2-reductie.
Het is een grote uitdaging om iets wat mogelijk pas over 15 tot 25 jaar onmiskenbaar dramatische gevolgen gaat krijgen, nu al te behandelen alsof het een acute ramp is. Nog even uitstellen, omdat actuele problemen zoals economische tegenslag of oorlog de aandacht opeisen, is dan de makkelijke uitweg.
De oplossing van dit probleem ligt uiteindelijk bij de politiek en daar zit een enorme uitdaging. Maandag verscheen het nieuwe rapport van het klimaatpanel IPCC. Onderzoekers laten hierin zien dat de jaarlijkse mondiale emissie van broeikasgassen in de komende 8 jaar min of meer moet halveren ten opzichte van 2010, willen we de opwarming van de aarde beperken tot 1,5 graden.
Tegen deze achtergrond is het belangrijker dan ooit om cijfers rond klimaatverandering en de bijbehorende tijdlijnen goed in de gaten te houden. Business Insider geeft hieronder een overzicht van cijfers die je paraat moet hebben om te kunnen meepraten over de stand van de klimaatcrisis.
De focus ligt hierbij op de toename van de hoeveelheid van broeikasgas CO2 in de atmosfeer, de gevolgen voor de opwarming van de aarde en de belangrijkste scenario's van het klimaatpanel IPCC voor restbudgetten voor de uitstoot van CO2.
Hoeveel CO2 is er vrijgekomen door activiteiten van de mens?
Sinds de negentiende eeuw is de uitstoot van CO2 als gevolg van menselijke activiteiten spectaculair toegenomen. Het gaat dan voornamelijk om het gebruik van fossiele brandstoffen waarbij CO2 vrijkomt en het in gebruik nemen van land door de mens, waarbij bijvoorbeeld bos wordt gekapt en hout wordt verbrand.
De totale, cumulatieve uitstoot van CO2 door menselijke activiteiten sinds 1750 wordt geschat op ruim 2.400 miljard ton. In 1950 stond de teller op iets meer dan 600 miljard ton CO2. In de afgelopen 70 jaar was dus sprake van een forse versnelling van de CO2-uitstoot.
Komt alle CO2 die de mens uitstoot in de atmosfeer terecht? Nee!
De CO2 die vrijkomt als gevolg van menselijke activiteiten, blijft niet volledig in de atmosfeer hangen, maar wordt deels opgenomen door de oceanen en de biosfeer. De infographic hieronder van het Global Carbon Project geeft de zogenoemde koolstofcyclus weer.
In periode van 2012 tot en met 2021 was de jaarlijks uitstoot van CO2 als gevolg van het gebruik van fossiele brandstoffen naar schatting 35 miljard ton. De CO2-uitstoot als gevolg van verandering van het landgebruik door de mens leverde een bijdrage van 5 miljard ton per jaar. In totaal ging het gemiddeld om 40 miljard ton per jaar.
Tegelijk nam de biosfeer naar schatting 11 miljard ton CO2 per jaar op en de oceanen absorbeerden 10 miljard ton CO2 per jaar.
Het verschil tussen de totale emissies van 40 miljard ton per jaar en de absorptie van 21 miljard ton per jaar via de biosfeer en oceanen, is 19 miljard ton. Die hoeveelheid CO2 is er het afgelopen decennium naar schatting jaarlijks bijgekomen in de atmosfeer en draagt bij aan het broeikaseffect.
De opnamecapaciteit van CO2 door de biosfeer en oceanen varieert met de tijd. De verwachting onder klimaatwetenschappers is dat naarmate de totale hoeveelheid CO2-emissies groter wordt, er relatief meer CO2 in de atmosfeer blijft hangen, terwijl oceanen en de biosfeer minder CO2 opnemen.
In scenario's met een hogere totale CO2-uittoot komt dus uiteindelijk een groter deel daarvan in de atmosfeer terecht, zo is de verwachting van het klimaatpanel IPCC.
Wat is de relatie tussen de toename van CO2 in de atmosfeer en de opwarming van de aarde?
Klimaatwetenschappers baseren hun prognoses voor de opwarming van de aarde tot het jaar 2050 mede op historische observaties. Die laten een vrijwel lineaire relatie zien tussen de cumulatieve emissie van CO2 als gevolg van menselijke activiteiten en de stijging van de gemiddelde temperatuur op aarde sinds het midden van de negentiende eeuw.
De concentratie van CO2 in de atmosfeer wordt in dit verband doorgaans uitgedrukt als parts per million (ppm). Het gaat hier om de verhouding tussen C02 en andere gassen. Als je het bijvoorbeeld over 400 ppm CO2 hebt, dan zitten er in een bak met een miljoen gasmoleculen 400 CO2-moleculen en 999.600 andere gasmoleculen.
In de bovenstaande grafiek is te zien dat de gemeten concentratie van CO2 in de atmosfeer is gestegen van minder dan 300 ppm rond 1850 naar een huidige concentratie van ongeveer 420 ppm.
Wat zeggen de klimaatmodellen over de verdere opwarming van de aarde?
De gemiddelde temperatuur op aarde lag in het afgelopen decennium naar schatting ongeveer 1,1 graad hoger ten opzichte van de periode tussen 1850 en 1900.
Het klimaatpanel IPCC heeft een vijftal scenario's voor de verdere opwarming van de aarde, waarvan we de eerste drie hieronder nader toelichten. Die houden rekening met een stijging van de gemiddelde temperatuur op aarde vergeleken met de periode tussen 1850 en 1900 met respectievelijk ongeveer 1,5 graad Celsius, 1,7 tot 1,8 graden Celsius, en meer dan 2 graden Celsius.
In de tabel hieronder kun je het verwachte pad zien voor de periode tot het jaar 2100 bij de eerste drie scenario's.
In het eerste scenario piekt de opwarming van de aarde rond de 1,6 graden tussen 2041 en 2060 en vindt daarna weer een kleine afkoeling plaats. In het tweede scenario stijgt de temperatuur tot eind deze eeuw richting 1,8 graden en in het derde scenario bereiken we vanaf 2041 een opwarming van 2 graden en wordt het eind deze eeuw nog een stuk warmer.
Bij deze scenario's horen ook bepaalde waarden voor de concentratie van CO2 in de atmosfeer. Die zijn weergegeven in de onderstaande tabel.
In het eerste scenario piekt de CO2-concentratie in de atmosfeer rond de 438 ppm in 2050. In het tweede scenario is er een piek rond de 471 ppm in 2075 en in het derde scenario gaat de CO2-concentratie in de atmosfeer naar meer dan 600 ppm in het jaar 2100.
Dit is dus handig om in het achterhoofd te houden, als je weet dat we momenteel op een CO2-concentratie van ongeveer 420 ppm zitten.
Hoeveel CO2 mogen we nog uitstoten?
Als onderdeel van de scenario's heeft het IPCC ook zogenoemde restantbudgetten voor de emissie van CO2 berekend om binnen bepaalde limieten voor de opwarming van de aarde te blijven.
In de restantbudgetten per scenario wordt gekeken naar de bruto CO2-emissies door menselijke activiteiten. De modellen maken hierbij een doorberekening van het aandeel van de emissies dat in de atmosfeer terechtkomt, versus de hoeveelheid CO2 die wordt opgenomen door oceanen en de biosfeer. Op basis van de prognoses van de toename van de CO2-concentratie in de atmosfeer doen de onderzoekers schattingen voor de verdere stijging van de gemiddelde temperatuur op aarde.
De restantbudgetten worden vastgesteld op basis van statistische waarschijnlijkheden. In de tabel hieronder zijn voor drie scenario's de restantbudgetten weergegeven onder de aanname van een kans van 50 procent dat de opwarming van de aarde beperkt blijft tot het bijbehorende scenario.
Zo is bijvoorbeeld berekend dat vanaf 2020 er nog een restantbudget is van 500 miljard ton CO2, met een bijbehorende kans van 50 procent dat de opwarming van de aarde beperkt blijft tot ongeveer 1,5 graad (scenario 1).
Je kunt het restantbudget voor de mondiale CO2-uitstoot vanaf 2020 ook op 300 miljard ton zetten en dan is er een kans van 83 procent dat de opwarming van de aarde beperkte blijft tot 1,5 graad. Zet je het restantbudget daarentegen flink ruimer op 650 miljard ton CO2, dan is de kans slechts 33 procent dat de opwarming van de aarde beperkt blijft tot ongeveer 1,5 graad.
Van belang om te vermelden is nog dat in de modellen van de klimaatwetenschappers van het IPCC de schattingen voor het restantbudget van CO2 gekoppeld zijn aan prognoses voor de uitstoot van andere broeikasgassen zoals methaan. Dit zijn min of meer communicerende vaten. Dus als de uitstoot van methaan bijvoorbeeld hoger uitvalt dan waar onderzoekers nu rekening mee houden, moeten de resterende CO2-budgetten neerwaarts worden bijgesteld en vice versa.
Wat is de trend van de CO2-uitstoot in de afgelopen decennia?
Als je weet wat de orde van grootte is van de restantbudgetten voor de uitstoot van CO2, wordt het makkelijker om de huidige trends in de jaarlijkse uitstoot van CO2 als gevolg van de inzet van fossiele brandstoffen en het in gebruik nemen van land door de mens in perspectief te plaatsen.
In de grafiek hieronder is te zien dat begin deze eeuw de jaarlijkse, wereldwijde CO2-uitstoot op 30 miljard ton lag en dat we inmiddels op zo'n 40 miljard ton per jaar zitten. Dit is het totaal van de emissies als gevolg van het gebruik van fossiele brandstoffen en verandering van het landgebruik.
Om een idee te geven van de regionale verdeling geven we hieronder de CO2-emissies als gevolg van het gebruik van fossiele brandstoffen uit 2021. Op wereldniveau ging het om 37,1 miljard ton, volgens gegevens van het Global Carbon Project.
In de grafiek is te zien dat China met een uitstoot van 11,5 miljard ton in 2021 de grootste individuele emittent is. De VS zit met een jaaruitstoot van CO2 van 5 miljard ton op bijna het dubbele van de Europese Unie. De cijfers van de top zes die meer dan 1 miljard ton per jaar uitstoten komen samen uit op ongeveer 25 miljard ton CO2, ofwel ongeveer twee derde van het wereldtotaal.
Hoe snel 'eten' we de restantbudgetten voor de CO2-uitstoot op?
Zoals aangegeven, zijn de meest recente restantbudgetten voor de mondiale uitstoot van CO2 berekend vanaf het jaar 2020. Dit maakt het dus ook mogelijk om te volgen hoe snel we die budgetten opsouperen. In de tabel hieronder is dat weergegeven.
Neem bijvoorbeeld het restantbudget van 500 miljard ton CO2, dat dus is gekoppeld aan een kans van 50 procent dat we binnen het scenario blijven van de opwarming van de aarde met ongeveer anderhalve graad. In 2020 en 2021 bedroeg de totale CO2-uitstoot in de wereld bij elkaar 80 miljard ton.
Voor 2022 heeft het energieagentschap IEA berekend dat de uitstoot als gevolg van het gebruik van fossiele brandstoffen 36,8 miljard ton CO2 bedroeg. De uitstoot als gevolg van toename in het landgebruik is nog niet bekend, maar een totale uitstoot van ongeveer 40 miljard ton CO2 in 2022 lijkt niet onwaarschijnlijk.
Daarmee zou van het restantbudget van 500 miljard ton in drie jaar tijd al weer zo'n 120 miljard ton zijn verbruikt, en is er nog 380 miljard ton over.
Als je kijkt naar de trendmatige ontwikkeling, dan zijn de komende acht jaar cruciaal voor het meest gematigde scenario voor de verdere opwarming van de aarde, zo stelt het IPCC. De jaarlijkse uitstoot van broeikasgassen zou dan bijna moeten halveren ten opzichte van 2010.
Voor de mondiale CO2-uitstoot zou dit betekenen dat je van het huidige hoge niveau van zo'n 40 miljard ton per jaar naar minder dan 25 miljard ton per jaar moet in 2030, aldus het IPCC. Gelet op de trends van de afgelopen jaren is het zeer de vraag of dit haalbaar is.
Nederland en de CO2-uitstoot per Nederlander
De tot dusver behandelde cijfers hebben betrekking op de ontwikkelingen op wereldniveau. Maar hoe past Nederland daar in?
In de grafiek hieronder is de jaarlijkse uitstoot van C02 voor Nederland gegeven, zoals bijgehouden door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Daar is te zien dat de Nederlandse emissies afgelopen jaar zijn uitgekomen op 159 miljoen ton, wat iets lager is dan in het voorgaande jaar.
Afgezet tegen de mondiale CO2-uitstoot van circa 40 miljard ton was Nederland goed ongeveer 0,4 procent van de mondiale uitstoot. Is dat veel of weinig?
Als je dit afzet tegen demografische cijfers, dan kun je zien dat de wereldbevolking in 2022 een omvang had van bijna 8 miljard mensen en Nederland met 17,6 miljoen inwoners goed was voor iets meer dan 0,2 procent van wereldbevolking. Anders gezegd: Nederland stoot als hoog ontwikkeld land naar verhouding ongeveer dubbel zoveel CO2 uit in vergelijking met ons aandeel in de wereldbevolking.
Reken je nog iets verder door dan is de uitstoot van CO2 per hoofd van de bevolking ruim 9 ton, ofwel 9.034 kilo op jaarbasis.
Hoe kun je dit relateren aan bijvoorbeeld vliegen? De gemiddelde CO2-uitstoot van een retourtje Rome wordt volgens de calculator van Greenseat geschat op 490 kilo, dus daarmee soupeer je ruim 5 procent van de gemiddelde uitstoot per Nederlander op jaarbasis op.
Vlieg je op en neer naar New York, dan levert dat naar schatting tussen de 1.390 kilo en 1.570 kilo CO2-uitstoot op, volgens Greenseat. Je hebt dan ongeveer 17 procent van de gemiddelde jaarlijkse CO2-uitstoot per Nederlander opgebruikt.
Wat zijn de verwachte gevolgen van diverse klimaatscenario's?
Ter afsluiting kijken we nog naar de verwachte gevolgen van enkele klimaatscenario's. Klimaatwetenschappers wijzen hierbij vooral op het vaker optreden van hittegolven, extreme droogte en zware regenval. En daarnaast is er het effect van de stijging van de zeespiegel.
Ook hier zijn de modellen gebaseerd op waarschijnlijkheden. Hieronder geven we een aantal voorbeelden uit de klimaatrapporten van het IPCC.
Het referentiepunt voor de prognoses uit de bovenstaande tabel is de periode tussen 1850 en 1900. Destijds kwamen hittegolven, zeer zware regenval of extreme droogte gemiddeld eens in de 10 jaar voor. Momenteel komen hittegolven gemiddeld bijna 3 keer per 10 jaar voor, is er 1,7 keer per 10 jaar sprake van extreme droogte en treedt extreme regenval 1,3 keer per 10 jaar op. Dit zijn mondiale gemiddelden: dat betekent dat in sommige regio's de waarden lager en in andere (veel) hoger liggen.
Voor de scenario's bij verdere opwarming van de aarde is dit verder geëxtrapoleerd. Zo treden zware hittegolven in het scenario van ongeveer 1,5 graad opwarming naar verwachting gemiddeld 4,1 keer per 10 jaar op en is er 2 keer per 10 jaar sprake van extreme droogte. Nogmaals: hierbij is sprake van grote verschillen tussen regio's.
Zoals in de tabel hieronder is te zien, is de stijging van de zeepspiegel een relatief traag proces, maar in de scenario's van het IPCC zet die stijging ook na het jaar 2100 nog door, ook als de opwarming van de aarde al eerder stabiliseert.